Monsterrit

Woon-werk ritje in Corona tijden – ofwel: niet te veel denken – gewoon doen….
Het begon met een hele spontane gedachte op woensdag, toen ik na de lunch door het zonnetje naar mijn kantoor in Hoogeveen liep. Het gaat mij wat moeilijk af om een heel voorjaar niets aan uitdagingen te hebben. Ik heb het nodig om iets te doen waarbij je echt eens een grens opzoekt. Dit voorjaar geen marathon, geen Cascaderun, geen lange keienrit (Grandfondo) in Drenthe, geen Vlaamse tours; alles afgelast. Veerle, Gysa en onze trouwe viervoeter Brammes waren meegekomen naar Drenthe deze week en we zouden normaal gesproken donderdagavond weer met z’n allen naar Maassluis rijden. Ineens krijg ik een ingeving, wat nu als ze mij achterlaten morgen en ik op vrijdag op mijn gemakje naar huis fiets? Het werd de komende dagen heerlijk weer en de wind waaide gunstig uit het Noordoosten. Vrijwel direct daarna kreeg ik last van realiteitszin, want ik had eigenlijk geen goede fiets en spullen bij me om zoiets te ondernemen; en bovendien was het toch al snel 230 kilometer volgens mijn fietsrouteplanner. Bovendien had zeker nog niet heel veel kilometers in de benen. Dus de zaak maar snel weer vergeten. Maar ja, het idee had toch een beetje door zitten vreten in mijn kop. Toen ik dus op donderdagmiddag om 3 uur het (verwachtte) e-mailtje kreeg dat de cyclo ‘les Trois Ballons’ ook niet doorging, bekroop me weer een raar onrustig gevoel. Zonder verder na te denken heb ik Veerle gemeld dat ze maar naar huis moest rijden, ik kwam er morgen wel achteraan. Over sommige dingen kun je ook maar beter niet te lang nadenken, gewoon doen en vooral niet ‘zien waar het schip strandt’, maar doortrappen. Ik heb lang geleden al geleerd dat je dingen niet moet proberen, maar doen – da’s toch net effe anders in je kop!
Okay, gewoon doen dus, maar dan moeten er nog wel wat dingen gebeuren. Uit het werk langs de fietsenmaker voor reservebandjes, langs de Spar voor een paar repen van het een of ander (nergens sportvoeding of gelletjes te krijgen in het dorp…); snel nog effe andere bandjes op mijn gravelracer, bidons vullen met limonadesiroop en op tijd onder de wol. Omdat mijn laptop woensdag gecrasht was kon ik helaas geen route op mijn Garmin zetten, maar met een beetje op de zon navigeren zou het ook wel lukken dacht ik. Op de Bikemap App een beetje een route uitgedacht, lang leve het avontuur, we zien het wel; geeft eigenlijk wel een lekker gevoel van vrijheid ?.
Zo rond kwart over zeven klikte ik mijn Garmin aan en peddel ik rustig weg bij ons huisje in de bossen bij Gees. Het is aardig fris, maar ik kan niet anders dan in mijn korte broek en mouwen vertrekken; ik heb tenslotte geen armsrukken of windbreker bij me en bovendien eisen de Snelle Jelles en havermoutrepen al te veel plaats op in mijn zakken. Een goede koersbroek had ik ook niet – een oude Vermarck broek van Cees Boer die ik voor het mountainbiken in Drenthe gebruik moest de klus maar klaren. Beetje nivea-creme doet wonderen (althans dat hoop ik…). Eenmaal het park uit sla ik rechtsaf in westelijke richting over de klinkerweg richting Geesbrug. Dat ging niet zo soepel met de beentjes, maar dat gaat het ’s morgens vroeg bij mij nooit, dus ik maakte me nog geen zorgen. Wel viel het mij op dat toen ik even later in zuidoostelijke richting naar de Hoogeveense Vaart fietste, dat ineens veel makkelijker ging; dat klopte niet met mijn inschatting van de wind voor vandaag…. Als ik dan vervolgens weer in westelijke richting naar Hoogeveen fiets, is het mij met een kilometer of 10 wel duidelijk; dit gaat een iets langer ritje worden. Nikste noorden of noordoostenwind, maar noordwest ☹️. Maar ach, het zonnetje komt al een beetje door de dauw, ik zou het vast snel warmer krijgen en ik had de hele dag; dus wat zal het. Het gekozen pad langs de vaart ten zuiden van Hoogeveen bleek een gravel pad, da’s voor deze fiets natuurlijk geen probleem zij het dat er wel al heel veel mensen met honden liepen. Op een pad van net geen meter gaat anderhalve meter dan niet lukken natuurlijk… Rustig langs de hondjes, vriendelijke bedankjes naar de baasjes, en weer door. Daarna via Echten de A28 een beetje volgen richting IJhorst. Vervolgens via Staphorst en Rouveen richting Hasselt. Inmiddels rij je dan al in Gelderland. Wat me daar opvalt is dat het prachtig mooi is, maar wat hebben ze daar een partij klinkers uitgestort…. Ellenlange stukken over de klinkerwegen…had ik nu maar een bar of wat minder in die bandjes geperst…
Rijden zonder navigatie is helaas wel weer een gedoe gebleken, om de zoveel kilometer steeds in de remmen, op de kaart op je telefoon kijken, proberen de route een stukkie te onthouden, en daar gaan we weer… Op de een of andere manier loopt mijn hoofd leeg op de fiets, wat natuurlijk heerlijk is, maar zo ook het vermogen om de route langer dan 2 afslagen te onthouden…. In Hasselt ging het ook weer mis, maar uiteindelijk toch weer de weg richting Kampen gevonden. Nu richting Elburg alwaar ik langs de noordzijde van het Veluwe meer richting Zeewolde wilde rijden. Wat is dat een eindeloos lang eind langs dat water…. En die zijwind blijft maar tegen je aan zeuren het hele eind. Af en toe word je van het water weggeleid omdat er een camping of badplaats is; de bordjes terug naar het water mis ik dan natuurlijk weer, met elke keer wat extra kilometers tot gevolg. Ook in Zeewolde rij ik om duistere redenen ineens weer in een industriewijk… Toen ik de route weer terugvond stond de teller wel al door de 115 km, dus de helft zat er in elk geval op (dacht ik in mijn onnozelheid…). Dat geeft weer wat moed! Bij Nijkerk rijd ik de sluizen weer over richting het vasteland. Ik blijf langs het water rijden over een dijk naar Spakenburg. Ik let niet op en zit ik ineens in een dromerige woonwijk…. Dus maar weer terug en kijken waar ik van de route afgeweken zou kunnen zijn. Met enig zoekwerk loods ik mijn fiets uiteindelijk door Bunschoten richting Eembrugge en vervolgens Baarn. Mijn bidons waren langs het Veluwemeer al zo’n beetje leeg dus bij de eerste de beste benzinepomp in Baarn knijp ik in de remmen. Ik had er nu zo’n 145 km en bijna 5 uur opzitten. Mijn gemiddelde lag, na een traag begin tegen de wind in, nu weer net boven de 30 km/h, en ik praatte mezelf moed in dat het met nog een uurtje of 4 wel over zou zijn. Met volle bidons en een paar koeken in mijn maag dus snel maar weer door. Alleen had ik geen idee hoe ik door Baarn heen moest…. Ik ben drie of vier keer gestopt om op mijn telefoon te kijken maar kwam er niet echt uit. Ineens zie ik een wielrenner in het tenue van RWC Ahoy uit Rotterdam rijden! Deze jongens zijn goed te herkennen met hun groene outfits met in grote zwarte letters Koppert er op. Bij een stoplicht vraag ik of hij toevallig richting Rotterdam ging en de weg naar Lage Vuursche wist? Gelukkig mocht ik (op veilige afstand) in zijn wiel mee rijden en in vlotte vaart sjezen we langs Hooge (niet Lage!) Vuursche via Hilversum door Loosdrecht…. Toch nog maar eens vragen waar hij nu eigenlijk heen gaat?? Okay, via de Loosdrechtse plassen westwaarts, en dan via Breukelen weer naar het zuiden. Okay, mooi is’t’ie, maar hoever is dat dan nog… Ik durfde niet naar het antwoord te luisteren. Wel riep hij dat je ergens na Breukelen vanzelf wel borden naar Woerden zou zien. Komt goed… Hij had natuurlijk buiten mijn korte attention span en bovendien kippige zichtveld gerekend….. De route langs de vecht is overigens echt ontzettend mooi. En wat een kastelen en villa’s daar wel niet staan. Er zit echt nog wel wat kapitaal in Nederland – zo blijkt. En wat nog mooier was, ik had zowaar eens een stukje de wind in de rug! Sohee, dat is genieten… En je rijdt er door prachtige dorpjes met mooie ophaal bruggetjes (allemaal open natuurlijk want het was stikdruk op het water…daar geldt de anderhalve meter regel iets minder zo te zien…). Uiteindelijk kom je dan in Maarssen, met weer zo’n mooie oude dorpskern, waar ik natuurlijk ook weer hopeloos verdwaalde. Ik bleek richting het Zuidoosten de stad uitgereden te zijn terwijl ik westelijk richting Woerden moest. Oefff, een heel stuk terug stoempen tegen de wind in, terug naar Maarssen. Nu voelde ik echt wel dat ik de nodige kilometers in de benen had zitten. Dat ging na dat wind-mee-gepeddel ineens niet lekker meer…. Ik zat nu op de 175 kilometer en dat was ook de laatste keer dat ik 30 km/h gemiddeld op mijn Garmin heb gezien. Het signaal was duidelijk – de koek was op…. Met nog een paar keer door Maarssen heen en weer steken ben ik via Maarssenbroek uiteindelijk in Vleuten geraakt. Dat lag in de goede richting had ik ergens gezien; ik was ook over de A2 heen gereden, da’s alvast een goed teken. Nu weer op zoek naar Woerden…. Na ook Woerden driemaal doorkruist te hebben kwam ik dan eindelijk min of meer parallel aan de A12 te rijden richting, jawel, Gouda! Eindelijk weer een beetje op bekend terrein – ik ging bijna huilen ?. Via Driebruggen rijd ik richting de Reeuwijkse plassen. Hier blijken wat wegen afgesloten te zijn en dat maakt de paar smalle weggetjes nog drukker. Op een gegeven moment zit ik helemaal klem tussen een trekker die precies zo breed is als de weg en nog een stuk of wat auto’s, fietsers, skeelers en wandelaars. Het hele stuk rijden we zo een kilometer of 20 per uur met om de paar honderd meter een stop bij een passeerplaats. Mijn gemiddelde zag ik, samen met mijn moed, nu ernstig richting de 29 km/h zakken. Ja, waar kun je je druk om maken vraag je je af he? En ja, daar maak ik mij dus druk om. En ja, dat is een ernstige afwijking die middels het medium Strava ook nog eens harstikke besmettelijk is ?. Daar helpt geen anderhalve meter tegen! Ik besluit op een inritje maar even te wachten tot al het verkeer weg is, schiet nog een mooi plaatje van de omgeving en trek mijn ros zo goed en zo kwaad als het gaat weer op gang richting de 28-30 km/uur. Ik ben net zo’n oude 2CV die een kilometer of wat nodig heeft om op gang te komen, maar het lukt uiteindelijk wel weer. Tot ik weer in de volgende file aansluit natuurlijk. Wat een ellende….
Eindelijk, eindelijk kom ik dan bij Gouda en kan ik richting Zoetermeer over bekende fietspaden richting de Rottemeren. Met de wind hier en daar nu pal tegen gaat het soms maar net boven de 25 km/h maar ik kan wonderwel de rust in mijn kop bewaren en blijf, hoe traag ook voor mijn gevoel, doorgaan. Dan komt eindelijk het tunneltje onder de A12 naar het fietspad langs de Rottemeren. Heerlijk weer even met zijwind boven de dertig kunnen trappen – zo lekker dat ik weer niet oplet en halverwege ineens weer terug rij richting Zoetermeer… vraag niet hoe het kan, maar baal er van…. Hoe krijg ik het voor elkaar – hier heb ik zo vaak gefietst…. het toont wel wat vermoeidheid met je alertheid doet. Maar goed, in de remmen knijpen, voorzichtig fietsje omdraaien, en weer richting Rotterdam. Omdat mijn bidons weer leeg zijn kies ik ervoor om een kleine D-tour te maken langs Rodenrijs, want daar zijn twee benzinepompen die vast nog wel wat sportdrank in de koeling hebben staan. Eten krijg ik al een tijdje niet echt meer weg en ik begin behoorlijk leeg te raken. Bij de Doenkade sta ik voor het stoplicht als er een hele verzameling (alleen-)fietsers verzamelt om over te steken. Daar zat ook zo’n type bij waarvan je ziet dat die hooguit een paar keer per jaar zijn buik op de fiets hijst, spiksplinternieuw tenue van een bekende profploeg aan, op zijn fiets zit in een stijl zoals ik op een paard zit (en ik kan echt niet paardrijden), maar wel de dikke poten heeft om er ineens een flinke snok aan te geven. Da’s effe een lelijke gewaarwording – mijn kop wil keihard bij hem wegspurten, maar mijn hele lijf reageert alsof ik van stopverf ben… Sodeju, ik moet hem laten gaan, en wat voel ik me klein worden… Zo ongeveer moet Mathieu van de Poel zich dus gevoeld hebben bij het WK toen ineens de ruif leeg was… Godzijdank heb ik Rodenrijs zonder verdere drama’s gehaald en was de pomp open. Na deze stop voel ik me aanmerkelijk beter en zet koers richting de Zweth. Pok, pok, pok! Blijkt de Kandelaarbrug afgesloten te zijn… Nee dat is lekker als je nu toch echt wel al heel lang de laatste kilometers aan het aftellen bent… ☹️ Maar ja, weinig keus dus dan maar door naar Schiedam en via Vlaardingen en het Oeverbos naar Maassluis. Met vliegende vaart (not!) rijd ik het laatste stuk met schuin wind tegen richting Maassluis. Ik zie mijn teller tussen Vlaardingen en Maassluis nog net door de 29 km/h gemiddeld zakken. Het kon me (eindelijk!) niks meer schelen, als ik maar aankwam. Nog even doorduwen over het spoor en de Prinses Julianalaan – en dan zie ik de molen. Hij heet niet voor niets De Hoop denk ik nog…. Er onder staan Veerle, Gysa en Bram me al op te wachten, die hadden me via de GPS gevolgd en wisten dat ik er bijna was. Sodeju wat ben ik blij dat het erop zit. Wat een gruwelijk eind fietsen is dat voor een doordeweekse dag! Ik kan nog net uitslaken dat ik voortaan weer met de auto ga, voordat ik me tegoed doe aan een heerlijke La Chouffe en de nodige (zoute & vette!!!) versnaperingen… Topverzorgers heb ik ?. Ik heb me behoorlijk verkeken in de windrichting, maar vooral ook in de tijd die je verliest met zoeken (nog los van de 37 km te veel…). Al met al heb ik zo’n tien uur in het zadel gezeten, 267 kilometer weggetrapt en ik kan nog lachen. Het was het weer waard!

Auteur: Arie V